dinsdag 29 september 2009

De Gouden Aambei

Aangezien het seizoen voorbij is, en we a.s. zaterdag een afsluitende vergadering hebben, lijkt te tijd rijp om de Gouden Aambei weer eens onder het stof vandaan te halen en te kijken of er dit jaar iemand in aanmerking komt. Een lastige vraag, want er zijn geen richtlijnen, regels of wat dan ook om te bepalen wie 'm krijgt. Slechts de mening van de tweekoppige commissie, bestaande uit mijzelf en de penningmeester, is bepalend.

Brandende vraag is dus: wordt -ie uitgereikt, en zo ja, aan wie?

Aan Cor misschien?



Weerde zich kranig in zijn eerste echte fietsseizoen. Die "haar"band vergeven we 'm. Groot liefhebber van DBA-sign. Knokker. Seizoen duurde wel wat te lang voor 'm. Zijn eerste echte berg was meteen de hoogste doorgaande asfaltweg van Europa. Aanwinst.

Of wordt het Dirk?


Heeft de duurste fiets van ons allemaal als je de kilometer prijs bekijkt. Fietste zich in vorm in Barcelonette. Deed vervolgens niks met die vorm. Trok veel aandacht met wieleroutfit van de Mac. Ging kapot tijdens Klimmen - Banneux - Klimmen.

Of wordt het eindelijk eens Ruud?



Al jarenlang de lat waarlangs ieder DBA-er gelegd wordt. Decimeterman. Voor sommigen gewoon te snel. Reed een prachtige Marmotte. Bekend van de uitdrukking "een Vermeulentje doen" (zie foto Maarten bij Peter Winnen Classic).

Ook Sjoerd komt natuurlijk in aanmerking.


Snelste DBA-er dit jaar. Ook meeste kilometers. Reed briljante Trois Ballons. Naait clubleden door ze zadels en auto's te (willen) verkopen. Best onderhouden fiets. Niet zo'n liefhebber van rood (the ultimate color of gayness in 2009 and beyond). Materiaalfetisjist.

Van een heel ander kaliber is Rini.



Viel flink af dit jaar. Maar niet genoeg. Heeft voorkeur voor ritje van 2 uur. En een of ander kleur groen. Verzamelt strootjes. Tenminste, daseize. Ging in Italië alleen de berg van Pantani op. Houdt fiets absoluut vetvrij. Met keukendoekjes. Jaagt Sjoerd stuipen op het lijf door dat gewoon te vertellen. Draait topjaar qua kilometers. Onderhandelt soms langer over de starttijd dan dat hij werkelijk fietst.

Nog een kandidaat is Gijs.



Kan briljant mooi afzien. Reed de meeste Marmotte's van ons allemaal. Helaas geen toptijden. Blokkeert bij helling boven 8%. Sublieme live verslaggever en cameraman. Fietste helemaal naar Italië. Heeft veruit de meeste vakantiedagen van allemaal gescoord dit jaar. Ligt altijd te kloten met zijn zadel.

Ondanks dat hij in de GA-commissie zit, is hij gewoon genomineerd: Maarten.



Rijdt al jaren met MTB-helm. Heeft last van holle rug. Verzorgt al jarenlang op onnavolgbare wijze de financiën. Verkiest het bos boven de weg. Verbaasde vriend en vijand door retesterk te rijden bij Klimmen - Banneux - Klimmen. Deed dat in Barcelonette nog eens dunnetjes over. Rijdt te behoudend. Heeft wel de grootste bek van ons allemaal (en dat is echt een prestatie!)

Wie het zeker niet wordt is Carlo
 
Reed Marmotte niet uit. Voormalig winnaar van de Gouden Aambei. Vertrok uit Brabant. Twittert er lustig op los. Reed de Marmotte niet uit. Reed een goede Trois Ballons tot de laatste klim. Ging kapot op de Planche. Reed de Marmotte niet uit. Was niet in Barcelonette. Reed de Marmotte niet uit.

En aangezien ik geen enkele last heb van valse bescheidenheid sta ik uiteraard ook op de lijst met genomineerden.



Op één na grootste bek van DBA. Stelt al jaren geheel belangeloos clubhuis en clubvoiture ter beschikking. Laat geen gelegenheid voorbij gaan dit te vermelden (ook deze dus niet).Weigert brandstof te betalen. Zet des ochtends heerlijke koffie. Is altijd te laat. Bemoeit zich overal mee. Beschikt over ongekend arsenaal aan motiverende opmerkingen. Reed ooit wel de Marmotte uit

Kortom, er is geen pijl op te trekken wie het wordt. Wat wel voor de hand ligt is dat het gezellig wordt zaterdag. En dat de uitslag door iedereen aangevochten zal worden. En dat dat volledig terecht zal zijn.

Mocht ik nog karaktereigenschappen, (on)hebbelijkheden of bijzondere prestaties van de genomineerden vergeten zijn, dan lees ik dat graag in de commentaar box hieronder,


zondag 27 september 2009

Aflopende zaak

Tsja, het wegseizoen zit er nu wel zo'n beetje op. Vandaag bij vertrek was het 8 graden (boven nul, dat nog wel), en veel beter zal het niet worden de komende tijd. Gelukkig warmde de zon als snel lijf en leden op naar acceptabele temperaturen, en waren de 60 kilometer met Rini in een vloek en een zucht voorbij. Onderweg nog even gezwaaid naar Sjoerd die wat later was vertrokken en ons tegemoet kwam.

Het wordt langzaam tijd om plannen te gaan maken voor het winterseizoen. Belangrijk worden de mtb tochten op de zondagochtend, maar dat alleen is niet genoeg. Er zal wat meer gedaan moeten worden, en over dat meer volgt later deze week nader bericht.

woensdag 23 september 2009

Keep checking those pictures

Regelmatig worden er plaatjes toegevoegd aan het fotoalbum, dus hou dat in de gaten.

Heb je nog foto's die er niet bij staan, stuur ze me en ik voeg ze toe.

zondag 20 september 2009

Pukkeltocht in Bemmel

De nazomer zorgde vanochtend voor net voldoende motivatie om de reis naar Bemmel te aanvaarden. Het viel niet mee, want de opkomst was minimaal (Maarten et moi) en beiden hadden we onze bedenkingen over de inspanning die verricht moest worden en het tijdstip waarop.

Zoals zo vaak blijkt dan, als je eenmaal op de fiets zit, dat de thuisblijvers ongelijk hebben. Zo ook vandaag. Daar kwam voor mij bij dat het een trip down memory lane was. Ik ben opgegroeid in het gebied waar vandaag de eerste 40 kilometer afgelegd werden en dat was voer voor een flink aantal verhalen en feitjes. Voor we het wisten waren we daarom in het noorden van Arnhem, waar een aantal klimmetjes gepland stond. Het begon met de Posbank, en dat ging bij beiden wel lekker.


Vervolgens ging het naar de Zijperberg en ook daar werd volle bak naar boven gejankt. De omgeving daar is werkelijk wonderschoon, en met de medewerking van het weer kregen we vandaag plaatjes voorgeschoteld die deden vermoeden dat je in het buitenland zat.



Na een kleine 60 kilometer was de pauze bij voetbalvereniging Arnhemse Boys. De laatste kilometer daar naar toe ging langs ziekenhuis Rynstate, en dat deed me toch wel veel. Veel tijd doorgebracht met Pa tijdens zijn ziekte.

Nadat we de pauze overleefd hadden (een roedel dames zorgde voor een ongekende geluidsoverlast) ging het, na nog een paar klimmetjes langs de A50 weer terug richting Bemmel. Op de brug over de Nederrijn sloten we aan bij een heer en een dame, die na een kilometer of 3 blijkbaar besloten om te kijken of ze ons er af konden fietsen. Het tempo ging naar dik 35, maar Maarten en ik gaven geen krimp. Sterker nog, met nog zo'n 15 kilometer te gaan nam Team DBA de leiding om die niet meer uit handen te geven. De teller kroop naar de 40 km/u en veel te vlug bereikten we het eind van de tocht. Met net geen 100 km op de teller konden de voetjes weer aan de grond. Thuisgekomen werden we nog even enorm verwend door Floor die twee heerlijke uitsmijters uit de pan toverde. Toen Maarten echter in zijn blote kont op straat stond, werd het tijd om naar huis te gaan.

Nog een opmerkelijk feit: ik heb de penningmeester nog nooit zo zien zweten als vandaag. Het lijkt er op dat hij eindelijk alle schroom van zich af gooit en eens een keer flink pijn durft te lijden. Nou maar hopen dat hij niet serieus gaat trainen...

donderdag 17 september 2009

Brabants Wielercafé

Gisteren was het weer zover: het halfjaarlijkse Brabants Wielercafé in café het Putje in Oss. En wederom was het meer de dan moeite waard. De gasten?


  • Daphny van den Brand. Een beeldschone, zeer gedreven cross-dame, met als doel nog 1x wereldkampioen te worden. Ook voor al uw mtb clynics!
  • Rein "as je fel wor dan lette nie mer op de techniek" Groenendaal. Mooie verhalen over de bittere strijd met generatiegenoot Stamsnijder (wat minder geliefd binnen de familie Groenendaal) en de eerste tochtjes met zoon Richard, die 'm later voorbij zou streven
  • En die zoon Richard was ook aanwezig. Oud wereldkampioen cross die heftige verhalen had over zijn verhouding met Belgen, zowel renners als toeschouwers. Niet altijd even makkelijk geweest, maar met zo'n erelijst: who cares!
  • Hoofdgast, en meer dan terecht, was Rini Wagtmans. Een man met een geschiedenis, voldoende om een biografie over te schrijven (te lenen bij Rini dan wel Cor). Een man ook met mooie verhalen. Over de 8 van Chaam die hij won, voor Jan Jansen die net de tour had gewonnen, en waarom Wagtmans persé daar wilde winnen. Over zijn machtige daalkwaliteiten. Over de meest vreemde touretappe ooit, waar hij de mede-auteur van was: Orcières-Merlette naar Marseille in 1971 toen bij de start Merckx een verrassingsaanval plaatste op Ocana, die vervolgens meer dan 200 kilometer in de achtervolging reed. Het ging zo hard, dat de finishboog in Marseille nog niet opgesteld stond, er waren zelfs geen toeschouwers.
Kortom, wederom een avond wielerhistorie, en lachen, heel veel lachen. 

Ohja, jullie moeten allemaal de groeten van Frank hebben.....

zondag 13 september 2009

Via Romana

Vandaag een thuiswedstrijd. En dat Gelderland goed ligt in de DBA groep blijkt wel als zich des ochtends maar liefst 4 potentiële hardrijders melden in het kluphuis. Voorwaar een opkomst om van te watertanden. Maar dat was nog niet alles. In Nijmegen voegt zich ook het twitterende lid bij het gezelschap, waardoor we een treintje van maar liefst 6 wagons op de rails kunnen zetten. Overigens is het wagonnetje uit Venlo een beetje boos als wij hem vertellen dat de locomotief wat later moet vertrekken. Dat is niet zo, maar de reactie van de Nis staat voorgoed in de annalen van DBA.

De Via Romana is een fietsroute die een oude Romeinse weg van Nijmegen naar Xanten (of andersom natuurlijk) volgt. En je raadt het al, de tocht van vandaag doet ongeveer hetzelfde. Vanwege het grote gezelschap en het einde van het seizoen wordt er gekozen voor de 115 km variant, en onder de bezielende leiding van de Nis en de Adelaar gaat het loos. Windje in de rug, dus heerlijk keuvelend vliegen de eerste 40 km tot de eerste pauze voorbij. De lucht is dreigend zwart, maar tegen alle verwachtingen in blijft het zo goed als droog. Na de pauze krijgt de Penningmeester het rond kilometer 70 toch wat moeilijk, maar als echt DBA team trekken wij ons daar natuurlijk niets van aan, en wordt hem verzocht of er niet een beetje doorgereden kan worden. De tweede pauze (zelfde plek, dus rondje gereden) komt voor hem als geroepen. We besluiten een Kaffee und Kuchen te nuttigen, een besluit waar we al snel spijt van hebben als ons een dreuge koek met een kannetje handwarme lauwe loelie wordt geserveerd. Maarten profiteert echter optimaal, en kan op het laatste stuk weer prima mee.

Nadat ik de Nis voor de ongeveer 6de keer vandaag er aan herinnerd heb dat hij de Marmotte niet heeft uitgefietst, beginnen we aan het pittigste gedeelte van de trip. Eerst de Geldernberg (Reichswald) die ik op kop begin samen met de Nis, maar waar de ratten vanuit het tweede wiel al snel het hazepad kiezen. En vlak daarna de Kartspielerweg, die traditioneel volle bak genomen wordt. Daar zit ik mezelf al rijk te rekenen, maar mijn splijtende demarrage die door niemand beantwoord kan worden, blijkt één bergje te vroeg te zijn, waardoor mijn poging in schoonheid sterft.Vervolgens ben ik getuige van de misser van het seizoen. Carlo en Ruud babbelen nog even na met een paar bevallige fietsduifjes die we niet uit het wiel gereden kregen, om vervolgens een aanbieding van diezelfde duifjes om gezamelijk een paar extra kilometers en hoogtemeters te maken af te slaan! Ik zou het een schoolvoorbeeld van een gemiste kans willen noemen.

Het laatste incident van de tocht doet zich voor als we de Nis moeten dreigen met het afnemen van zijn Gouden Aambei, omdat hij het vertikt om op de achterblijvers te wachten. Dat dreigement mist natuurlijk zijn uitwerking niet, en zo hobbelen we gezamenlijk Nijmegen binnen. Thuisgekomen word ik nog even uitgemaakt voor alles wat mooi en lelijk is, wegens het niet voor de deur afleveren van de kopmannen. Ik vind echter dat ik al voldoende knechtenwerk verricht heb vandaag, en nestel me net op tijd voor de GP van Monza op de bank.

Heren, bedankt voor weer een uitermate gezellig tocht!

zaterdag 12 september 2009

Ruud heeft het hardlopen opgepakt

Het fietsen doe ik nu weer ruim 5 jaar, nadat ik dit in 1980 als jonge menneke al deed. Inmiddels ben ik ook weer gaan hardlopen. Deels een noodzakelijk kwaad aangezien ik 's avonds steeds minder tijd krijg om te gaan fietsen (donker en veel training van F1 van sv TOP), maar ook omdat ik het gewoon weer leuk vind en minder tijd kost. Inmiddels lukt het mij om 10 kilometer zonder te stoppen te lopen. De snelheid zit er nog niet helemaal in, ik doe er een klein uurtje over, maar het voelt goed. Dus wie weet zit er een keer een run-bike-run in. Ik zal jullie op de hoogte houden.

Met dank...

...aan DJ Gijsmaster voor een avond met teringherrie. Morgen, of eigenlijk of een paar uurtjes, weer spijt, want Junior moet om 9 uur voetballen.

Maar Gijs, wij van DBA waren er vanavond. Jij zorgt maar dat je er zondagochtend bent!

vrijdag 11 september 2009

Fietsen in de Marken zomer 2009

Dit jaar was onze vakantiebestemming De Marken (Le Marche) in Italie, een voor velen onbekend gebied, ten oosten van Umbrie en Toscane en grenzend aan de Adriatische zee.
Wat doe je als je naar Italie gaat? De fiets meenemen natuurlijk! Ik had geen idee wat me te wachten stond, maar het is een waar fiets- en vakantieparadijs. Bergen van 300 tot 1500 meter hoogte, strakke Italiaanse wielrenners met veel te dure, vooral witte fietsen, prachtige middeleeuwse dorpjes, weinig verkeer, mooie beklimmingen en afdalingen (het asfalt is alleen niet overal optimaal, maar als je klimt heb je daar weinig last van). Verder is het er goedkoop (cappuccino voor 1 Euro, enorme heerlijke pizza voor 5 Euro en we hebben een keer bij de boer een 5-gangenmenu geweldig gegeten voor 20 Euri pp met alles er op en er aan (eten wat de pot schaft, maar dat is geen straf!). Onze prachtige camping lag bij Ponte Messa, ca 35 km ten zuidwesten van San Marino.
Onze campingbaas raadde me aan om eens de Monte Carpegna te beklimmen; De Monte Carpegna is een bedevaartsoord voor Marco Pantani. Waarom? Omdat Marco Pantani in Cesenatico woonde, de Monte Carpegna gebruikte als ‘trainingsrondje’ en hij geen andere trainingsfaciliteiten nodig had. Een beroemde uitspraak van Pantani was: La Carpegna mi basta (ik heb genoeg aan de Monte Carpegna); deze leus staat dan ook ca 50 keer op het asfalt gekalkt met de handtekening van Pantani daaronder.
Aangezien deze berg ca 20 km van onze camping aflag, ben ik via wat andere bergen daar naar toe gefietst om eens te kijken hoe dat er allemaal uitzag, niet echt met het idee deze te beklimmen; de campingbaas had me al schrik had aangejaagd met de mededeling dat er verschillende stukken van 17% stijging bijzaten. De Carpegna bleek een gemene klim van slechts 6,9 km maar met een gemiddeld percentage van 9,9% met uitschieters tot 20%!
 Aan het einde van het stadje Carpegna moest ik linksaf en zag daar het eerste bordje staan: eerst 0,5 km met max stijging 20% en gemiddeld 15%, hatsiekidee, toch maar proberen, het is maar een klein stukje en het ergste war er kan gebeuren is dat ik om zou vallen. Het viel me niet tegen, alhoewel ik mijn best moest doen om mijn voorwiel op de grond te houden; ik fietste door tot halverwege de beklimming (3,5 km). Hier heb ik een heerlijk capu genomen en besloot ik later in de week de hele beklimming te doen.
Later in de week ben ik met de familie naar de Carpegna gereden; heb de dames afgezet op een terras bij een restaurant en ben aan de beklimming begonnen. Het was enorm zwaar, maar het lukte me toch de tocht te volbrengen zonder af te stappen; voordeel van deze beklimming is dat je grotendeels in de schaduw fietst en de beloning op de top is een schitterend uitzicht en het feit dat je weer af mag dalen. Onderweg kom je van alles tegen wat aan Pantani en aan de Giro-historie herinnert (zie ook de foto’s en de de Carpegna zat in 2008 ook in de Giro); Billboards met krantenknipsels van Merkx, foto’s en uitspraken van het olifantje, het hemels uitzicht van Marco en halverwege een stalen ‘beeld’ van de helaas te vroeg overleden cyclist.
In het magazine Fiets van september 2008 zijn er nog 2 artikelen verschenen die deze berg en de Marken-streek beschrijven (zie bijlages).
Hopelijk kunnen we een keer met onze DBA-ploeg deze prachtige streek verkennen.

Wisten jullie dat...

...je met 1 klik voortaan op de hoogte blijft van updates op deze blog. Kijk hier linksboven en meldt je aan!

Bloggen maar!

Nou, heren, laat maar eens horen of het werkt

woensdag 9 september 2009

Foto's Ventoux

Donderdag 3 september fietste ik een nieuw PR op de Mont Ventoux. Onderweg kwam ik maar liefst 4 fotograven tegen. Een bloemlezing:

 

Zondagtochtje

Afgelopen zondag was het eindelijk weer eens zover. Een zondagochtendje ritje met Team DBA. De vakanties zijn voorbij. Helaas geldt dat ook bijna voor het wegseizoen. Hoewel, helaas. Het is een lang en intensief seizoen geweest (binnenkort kun je hier een terugblik verwachten) en effe een beetje minder is niet erg. De MTB is al onder het stof vandaan gehaalt en wordt één dezer dagen geprepareerd voor het winterseizoen.

Maar voordat het zover is, was het eerst nog genieten van een late zomerdag. De voor- en naborrel duurden ongeveer even lang als de fietstocht: 56 km in een kleine twee uur. Maar gezellig was het.

dinsdag 8 september 2009

Ruud in de Pyreneeën

Vakantie Spanje, Pyreneeën 2009.

Nog nooit had ik gefietst in de Pyreneeën dus leek Spanje, waar het fietsen afgewisseld zou kunnen worden met wandelen en het Spaans praten (Karin haar tweede taal), ons een mooie vakantiebestemming

Na thuis de Michelinkaart van het gebied al verkend te hebben was het de 1e maandag van mijn vakantie dan zover. Een rondje in de omgeving van de camping. Deze tocht liep via het plaatsje Labuerda en Laspuña door uitlopers van de Peña Montanesa (2291 m.). Een mooi glooiend landschap leidde mij uiteindelijk weer naar Ainsa. Na een kleine 40 kilometers en 590 hm. was ik weer bij de camping. Een mooi rondje waar ik uiteindelijk toch 1 uur en 43 minuten over heb gedaan, bij een gemiddelde temperatuur van 28 graden.

Col d’Aspin en Col du Tourmalet
Omdat ik op een geringe afstand van een aantal Tour cols zat ben ik op woensdag 12 augustus 2009, terug richting Frankrijk gereden. Een sms van Eric deed mij op het vroege tijdstip goed, vlug even beantwoord dat ik hem op de hoogte zou houden. Toen ik op de camping wegreed was het in de vroege ochtend al 22 graden, toen ik het gebergte van de Pyreneeën in reed werd het bewolkter en kouder. Bij de tunnel/grens Bielsa met Frankrijk was het uiteindelijk nog maar 14 graden. Ik maakte mij even zorgen over de beperkte kleding die ik had meegenomen. In Spanje was het iedere dag rond de 35 graden, waardoor ik geen rekening had gehouden met slechter weer. Maar…ja….het zou een lange dag worden en ik was optimistisch gestemd over het weer. Na circa 1 uur en 30 minuten rijden kwam ik op de parkeerplaats in Arreau. Op de parkeerplaats waren meerdere wielrenners zich aan het omkleden en na een kort praatje met een Spanjaard, die ik niet kon verstaan en al zijn vragen maar met ‘Si Si Col d’Aspin’ beantwoorde reed ik vol goede moed richting de voet van Col d’ Aspin. Zoals bij een echte Vermeulen hoort ging ik gelijk de strijd aan met de berg en alle rijders die voor mij reden. Na meerdere keren bonjour en au revoir te hebben geroepen tegen andere wielrenners reed ik in een mooi drafje (zonder veel problemen) deze tour col op. In 55 minuten rijden was ik boven, ging lekker. Na een mooi afdaling richting Sainte-Marie-De Campan was ik bij het begin van de Col du Tourmalet. Vanaf deze zijde is de klim circa 17 kilometer.



In het begin is deze klim makkelijk, maar na 5 kilometer stijgt hij voortdurend met een percentage boven de 8%, met zelfs gedeelten rond de 10%. Dit is iets anders dan de Col d’Aspin. Zoals ik in mijn sms melde: ik voel met net als Kenny van Hummel “Klote”. Na genoten te hebben van het mooie uitzicht ben ik terug gereden richting Campan, om weer richting de auto te rijden. Na uiteindelijk 4 uur en 30 minuten, 2750 hoogtemeters en 84 kilometer op de teller kwam ik voldaan bij de auto, om weer richting Spanje te rijden.

Col de Peyresourde en Col d’Azet
Vandaag stond een dagje Saint Lary-Soulan op het programma. Met het totale gezin vroeg op pad. Mijn plan was het beklimmen van de Col de Peyresourde en de Col d’Azet om daarna met het gezin een dagje rondhangen in de bergen. Vanaf Avajan is de Col de Peyresourde niet heel zwaar. De bergen in de Pyreneeën zijn wel anders dan in de Alpen. In de Alpen zijn vaak veel bochten waardoor je constant iets hebt om naar toe te fietsen. In de Pyreneeën zijn er (zo is mijn ervaring!) wat minder bochten. Hierdoor is het (soms) mentaal zwaar en lijkt er maar geen eind te komen aan de klim. Nadat ik de top van deze col had bereikt, met nog een toetje richting het skioord Peyragudes, ben ik halverwege de afdaling richting de Col d’Azet gereden. Deze klim, minder bekend en niet zo lang (7,5 kilometer), was zwaar. Ongeveer 4 kilometer lang kwam deze klim niet onder de 10%, met een uitschieter richting de 14%. Op dit moment mis je wel de trippel! Boven op deze berg, zag ik het plaatsje Saint Lary-Soulan waar Karin en de kids al aan het wachten waren. Na 3 uur en 15 minuten (66 kilometers, 1620 hoogtemeters) fietsen was ik terug.

Na het beklimmen van deze tourcols heb ik nog een drietal dagen in de vroege ochtend een rondje om de camping gefietst. In totaal 330 kilometer gefietst met 7500 hoogtemeters en ook nog veel gewandeld en gezwommen met het gezin. Kortom een mooie en sportieve vakantie, een vakantiebestemming om een keer terug naar toe te gaan!!!

Brian does it again

Brian Megens, eenmalig gastrijder bij Team DBA, won alweer een koers, deze keer in Someren

WEER EENTJE GEWONNEN! BRIAN WINT HEIDEHOF (SOMEREN) 105KM

Jawel, het is weer zo ver. Na de vakantie gewoon weer eentje gewonnen. Onze Brian wint nu Heidehof (Someren).

Zie hier het relaas van onze Osse toekomst: "Na de 1e 2 ronde's was er een kopgroep van 4 man die zo'n 25 seconden hadden. Ik besloot er naartoe te springen. De eerste 5-6 ronde's draaiden de kopgroep redelijk, maar ik kwam er al snel achter dat mijn medevluchters niet sterk genoeg waren en dat de voorsprong niet groot genoeg was (30 sec). Daarop besloot ik het tempo op te voeren en langzaam moesten ze er allemaal af. Toen kwam ik 6 ronde's voor het eind (met nog ruim 35 km koers te gaan) alleen te zitten. Ik besloot volle bal door te rijden. Het deed af en toe wel pijn, maar het was ook zeker mooi om alleen op kop te rijden. het rondje was heel zwaar want het was midden in de polder en je had stukken de wind vol tegen dus dat was wel pittig zo alleen. Mijn voorsprong is minimaal 30 sec geweest en op de streep had ik 49 sec. op het peleton. Mijn ploegmaten hebben heel goed werk voor me verricht door continu elke aanval te parreren. Een ploegmaat van me won uiteindelijk ook de sprint van het peleton. Dus een mooi podium voor ons."

Super Brian!! Proficiat!


_________________

Dauphin

Zoals beloofd een verslag van de ritten rond Dauphin tijdens mijn vakantie. Daaronder ook twee beklimmingen van de Ventoux.


Zoals beloofd, hieronder vakantieperikelen. Veel leesplezier!



Eerste Tocht



We zijn al een aantal dagen in Frankrijk, maar de fiets is nog onaangeroerd. Op ons chambre d’hotes adres overweeg ik of ik de Alpigap cyclo zal fietsen. Vanwege geen internetverbinding probeer ik via Nederland inschrijf informatie te verkrijgen, wat maar half lukt. De zaterdag dat we richting ons huisje op de camping vertrekken realiseer ik me ineens dat ik geen gezondheidsverklaring bij me heb. Laat dan ook maar.



Nadat we ons op zaterdag geïnstalleerd hebben, moet er zondag natuurlijk direct gefietst worden. Geen rondje rond de camping om even te acclimatiseren, nee, het gaat meteen naar de enige berg op redelijke fietsafstand: de Montagne de Lure. Vanaf de camping tot de top is het 40 kilometer. De klim zelf is zo’n 18 kilometer en loopt van ruim 600 meter naar 1700 meter. Een echte berg dus. Mooi op tijd, want overdag is het echt warm, vertrek ik. Hoewel de omgeving prachtig is, evenals het weer, wil het niet zo lukken. Als ik na een kilometer of 20 aan de voet van de berg ben stop ik even om de helm af te doen, wat te drinken en alle getalletjes in me op te nemen. Vervolgens gaat het loos. Veel te hard natuurlijk, want ik wil veel te veel. Ik wil bevestiging dat ik goed getraind ben, ik wil laten zien dat ik niet in de war raak van 1200 hoogtemeters. Helaas.



Zoals altijd loopt de eerste klim als je in de bergen bent voor geen meter, en dit is geen uitzondering. Leer ik het dan nooit? Het asfalt is maar matig, en de temperatuur loopt snel op. Bovendien stikt het hier van de vliegen die bloedirritant al zoemend om je kop met je mee naar boven schijnen te willen. Er gaat veel energie zitten in de ergernis hierover, en het molenwieken om mijn metgezellen te verjagen. Na een bocht zie ik een drietal fietsers voor me en denk dat ik een mooi richtpunt heb. Helaas, hun tempo is zo laag dat ik binnen een paar honderd meter aansluit en er onder een nonchalant “ça va?” direct overheen ga. Dat is één van de fietser toch te gortig en hij sluit aan om effe een praatje te maken. Hij, type tanige krasse knar, komt hier uit de buurt, en ik? Ik vertel ‘m in het kort van mijn hoed en rand, waarna hij me succes wenst en zich weer laat afzakken.



Zonder noemenswaardige incidenten kom ik boven, waar het uitzicht wel heel erg mooi is. Ik kan er echter nauwelijks van genieten. Ben redelijk kapot, en erg teleurgesteld dat het zo slecht ging. Ik neem me ook voor om thuisgekomen toch die 27 cassette er op te gooien. Dan maar een watje. Ik hijs me in mijn Livestrong windjack, wordt in mijn been gebeten door een vlieg formaat huismus, en begin aan de afdaling. Dat is een lange, want op een klein wipje van een kilometer na, gaat het eigenlijk zo’n 40 kilometer naar beneden. Thuisgekomen gooi ik mijn fiets tegen de veranda, en ga mijn wonden likken.



Tweede tocht



De tweede tocht moet er een van een andere orde worden. Ik heb in de tussentijd het boek “De nieuwe fiets” van Dirk Jan Roeleven gelezen, op advies van Carlo. Ik vertel Ans dat ik het maar een matig boek vind, maar terwijl ik in mijn pedalen klik vraag ik me af waarom eigenlijk. Door direct fout te rijden kom ik op de beklimming van de Col met de prachtige naam “Col de la Mort d’Imbert”. Die onverwachte beklimming geeft me tijd om over het boek van Roeleven na te denken. Waarom ik het maar matig vond? Omdat de schrijver (die zijn nieuwe fiets in Italie gaat ophalen en deze vervolgens naar Amsterdam rijdt) veel te veel sentimentalista is, en veel te weinig cyclista. Tenminste, naar mijn maatstaven. Ik zou niet zo vaak de trein hebben genomen, hebben geweten dat de hoge cols in mei nog dicht zijn. Kortom, ik zou veel meer met het fietsen bezig zijn geweest. Ik begin echter erg te twijfelen of dat wel zulke goede argumenten zijn. Ben ik ook niet begonnen als sentimentalista, en langzaam verworden tot een cyclista? Niet dat dat nou verkeerd is, maar je moet natuurlijk niet vergeten waar je vandaan komt en waar je roots liggen. Kortom, vandaag wordt er gefietst als een sentimentalista. Eens kijken of ik heb boek na deze tocht beter kan waarderen.



Na mijn onverwachte kenninsmaking met de Col met de prachtige naam, daal ik af naar Manosque. Het drukke stadje door kom ik op de al even drukke D907. Snel kan ik er niet af, want het loopt hier aardig omhoog. Ik maak kennis met een nieuwe vriend: de 39*24. Gisteren heb ik de daad bij het woord van eergisteren gevoegd, en mijn cassette achter vervangen. 39*24 en ik blijken het goed te kunnen vinden samen, en gezamelijk doen we bijna alle beklimmingen van vandaag. Op de top van weer een klimmetje kan ik rechtsaf, richting de route die ik oorspronkelijk in gedachten had. Ik daal en klim over de D105, richting St. Michel L’Observatoire. Prachtig verlaten weggetje, echt iets voor een sentimentalista. Met mijn goede voornemen in gedachten stop ik, en maak een foto van het prachtige uitzicht.



Vlak buiten St. Michel L’Observatoire zie ik een groepje fietsers voor me, maar ze blijken van dezelfde orde als op zondag op de Montagne de Lure: traag. Met mijn 39*24 dender ik er langs, onderwijl “besjoer” mompelend. De jongste van de groep, althans zo ziet hij er uit, neemt de handschoen op en duikt in mijn wiel zie ik in een ooghoek. Heel even geef ik hem de illusie dat hij me bij kan houden, maar een kleine versnelling is voldoende om alleen de weg te vervolgen richting Revest des Brousses. Op asfalt als een biljartlaken zoef ik naar beneden. Vlak na dit dorp gaat het linksaf richting Simiane La Rotonde. Het worden de mooiste 10 kilometer van de tocht. Het hele stuk op de D18 ben ik volledig alleen, en als ik afzink richting Simiane zie ik een prachtig dorpje tegen een bergwand gekleefd. De lange weg hierna richting Revest du Bion is saai, tot ineens aan mijn linkerkant mijn afspraak voor later deze vakantie opdoemt: de Mont Ventoux, indrukwekkend als altijd. Vanaf hier gaat het in één lange afdaling, onderbroken door een paar korte beklimmingen, over de D950 terug naar Forcalquier en vervolgens de camping.



Heerlijk gefietst over 105 kilometer en iets meer dan 1500 hoogtemeters. Zou het door het sentimentalista fietsen komen dat het zo lekker ging? Of toch gewoon door de vele trainigskilometers? Het doet er eigenlijk ook niet zoveel toe. En Roeleven? Die belijdt het sentimentalista teveel met de mond, en te weinig met de benen.



Derde tocht



In de herkansing vandaag: de Montagne de Lure. Ik heb intussen gelezen dat Contador dit jaar nog op de top zijn armen in de lucht kon gooien toen hij een etappe van Parijs – Nice hier winnend afsloot, dat geeft het geheel toch weer wat meer cachet. Vandaag gaat het niet alleen op, maar ook over de Montagne. Een ritje met een kleine 3000 hoogtemeters, geen kattepis dus. En meteen de mogelijkheid eens te kijken of het wat beter gaat dan de eerste rit.



Dat gaat het, maar niet van harte. Ik ben uiteindelijk een minuut of 5 sneller boven dan zondag, maar hoe ik ook stoemp en zucht, meer dan 200 hoogtemeters per kwartier maak ik niet, en dat baart me, met het oog op de Mont Ventoux, toch wel zorgen. Desalniettemin begin ik goedgemutst aan de afdaling. Eerst over een slecht wegdek, dan over een heel smal weggetje. Wel heel mooi. De afdaling verloopt erg onregelmatig, en daar ben ik niet blij mee, want ik heb een hekel aan dat soort klimmen. Ik daal af tot Valbelle, gooi mijn bidons vol en draai om. En inderdaad, het klimmen gaat steeds slechter. Uiteindelijk kom ik uitgewoond boven. De klim is niet zwaar, ik heb ‘m in zijn geheel op het middenblad gefietst, maar ik ben gesloopt. Gelukkig zijn de daarop volgende 40 kilometer zo’n beetje allemaal berg af. Conclusie: het wordt spannend op de Mont Ventoux om onder de 1.50 te komen, en dat valt me vies tegen.



Eerste keer Mont Ventoux



Ik zit er eigenlijk meer tegenaan te hikken dan dat ik me er op verheug, dus duurt het tot dinsdag in de tweede week van de vakantie voordat ik mijn afspraak met de Mont Ventoux gestalte ga geven. Mijn voornemen om vroeg aan de start te staan kan ik niet helemaal uitvoeren. We rijden via de Gorges de la Nesque en die hebben Ans en de kids nog niet gezien, dus stoppen we daar uitgebreid. Het is tenslotte vakantie! Ik stap vlak voor Villes sur Azon uit en draai me warm. Beetje overbodig, want de temperatuur is al opgelopen tot 26 graden. En het is pas tien uur. Ik voeg me bij Ans en de jongens, lever alles wat ik missen kan in, en ga naar de startstreep. Wat volgt is een bakoven, en heel veel vochtverlies. En het is druk op de berg. Zo druk heb ik het nog niet eerder mee gemaakt. Ik het begin haal ik heel veel mensen in, goed voor de moraal. En de benen? Tsja, eigenlijk niet veel bijzonders. Net als eerder deze vakantie. Ik krijg de 24 redelijk rond, stap af en toe terug naar de 27 en zie dat ik al snel een minuutje voorsprong heb op het schema van mijn vorige rit, waarna zich dit verschil stabiliseert. Parcourskennis helpt, maar toch duurt het weer lang voor ik Chalet Reynard bereik. De wind die ik al de laatste kilometer in het bos voelde begroet ik met een diepe inwendige zucht. Eindelijk verkoeling! Ik ben letterlijk drijfnat, en met een stevig Mont Ventoux-windje wil de gevoelstemperatuur dan wel zakken. Ik heb nog even nodig om van het kooppunt af te komen, maar dan gaat het dan ook cresendo. De 24 wordt een 21, wordt een 19 en wordt zelfs even een 17. Dan komt die vermaledijde laatste kilometer en die nekt me behoorlijk. Ook omdat de wind keihard in mijn snufferd blaast op dat stuk, sta ik zo’n beetje stil. Toch valt de tijd me mee: 1 uur 46 minuten en 5 seconden. Toch vervaarlijk dichtbij de geplande 1 uur 45. Uiteindelijk 3 minuten en 30 seconden sneller dan de vorige keer. Ik ben snel hersteld en stap gauw de auto in, want het is koud. Tevreden gaat het terug naar de camping.



Tweede keer Mont Ventoux



En toch zit het me niet lekker. Zonder die hitte had ik toch een stuk harder moeten kunnen. Daarom de daad maar weer eens bij het woord gevoegd, en donderdag, twee dagen na de eerste poging, heel vroeg opgestaan om de hitte voor te zijn. Het plan leek te mislukken, want als ik om een uur of 8 in Bedoin aankom is het al weer 23 graden. Echter, geholpen door een lichte bewolking neemt de temperatuur nauwelijks meer toe, en zou het naarmate ik hoger kom mee moeten vallen. Door die hoge temperatuur gundik me nauwelijks een warming up en druk om half 9 de stopwatch in. De eerste kilometers ben ik nog niet rustig in mijn kop. Nu het gezin niet aan de kant staat om me te supporteren moet ik alles zelf meezeulen. Extra drinken, jack, armstukken telefoon, noem maar op. De zonnebril die ik op heb irriteert alleen maar. Als ik ‘m wil wegstoppen laat ik ‘m vallen. Stoppen. Omdraaien. Oprapen. Wegstoppen. Doorfietsen. Ook al niet bevorderlijk voor de rust. Toch ben ik bij St. Esteve een minuutje sneller dan eergisteren. Dat zeg natuurlijk niets, want hier begint het klimmen pas. Ik merk dat ik de 24 moeilijk rond krijg en ben erg blij met mijn 27. Die loopt wel en gaat er eigenlijk de hele klim door het bos niet meer af. Gelukkig is het een stuk koeler dan dinsdag, maar ik ben ook minder gefocust dan dinsdag merk ik. Mijn hartslag kan ik zo’n 7 a 8 slagen onder die van dinsdag houden, zonder dat ik tijd verlies. Op het stuk na het Chalet geef ik nog eens flink gas, en de laatste kilometer gaat veel beter dan dinsdag. De tijd valt me wat tegen. 1 uur 45 minuten en 23 seconden. 42 seconden sneller dan dinsdag, maar ik ben boven net zo leeg. Conclusie mag dus zijn dat dit mijn grens is op dit moment. Ik dacht dat ik er wat beter voor stond, maar het is nu wel duidelijk in ieder geval. Dat brengt rust in het koppie en ik geniet van de afdaling, waar ik de 80 km/u nog bijna aantik.