zaterdag 10 juli 2010

La Marmotte 2010

Na een week fietsen verdient dit verhaal een eigen ruimte. Een half jaar heb ik alles opzij gezet om nou eens te kijken of dat Echte Mannen goud haalbaar is voor mij. Waarom ik dat weten wil? Gewoon, ik wil weten of ik dat kan. Zoals Peter Winnen eens prachtig antwoordde op de vraag waarom hij nou al die bergen beklom: Nou, gewoon. Omdat ze er liggen.

Dit is mijn ode aan die filosofie.

Wekkertje rammelt veel te vroeg. Meteen een kronkel in de maag. Vandaag is de dag, vandaag moet het gebeuren. Het gevoel duurt maar heel even. Daarna neemt de routine het over. Aankleden, koffie zetten, tafel dekken, muesli happen. Vervolgens spullen pakken, fiets op de auto en richting Bourg. Uiteindelijk duurt het allemaal iets langer dan verwacht en moeten Ruud en ik nog effe stevig doortrappen om op tijd in ons vak te kunnen plaatsnemen. Wij staan in het eerste toerdersvak. Sjoerd zit in het wedstrijdvak, Gijs, Rini en Cor starten weer een kwartier of meer na ons. Om kwart over zeven komt de groep eindelijk in beweging, en druk ik op de stopwatch bij het passeren van de mat. Here we go!

Als snel vinden we een Nederlander type polderstamper die ons lekker op gang helpt. Daarna sluiten we nog even aan bij een groep die over ons heen komt en voor we het weten is het schakelen geblazen voor de klim naar het Lac du Verney. Na deze kleine interruptie is het weer even vlak, een dalinkje, en dan hoppa, daar is -ie: de Glandon. Zonder aarzelen gooi ik de 27 er achter op. Niks geen tandjes overhouden voor zware tijden, niks forceren. In een heerlijke tred jaag ik mijn hartslag naar net onder de 170 om 'm daar te houden. Dat is voor mij echt op reserve rijden. Ik heb daartoe besloten in lange nacht van woensdag op donderdag. De Madeleine op woensdag ging daar prima, maar op de Croix de Fer merkte ik toch wel dat ik stevig gas had gegeven. Dit overwegende besloot ik woensdagnacht om zowel de Glandon als de Telegraph op reserve op te rijden. Op de Galibier zou ik dan wel zien hoe ik er voor stond.

Op reserve rijden is niet zo moeilijk, behalve als je eigenlijk zo snel mogelijk wilt en je nog citroentjes fris voelt. Toch hou ik me aan mijn strijdplan. Het feit dat ik ondanks het op reserve rijden toch opschuif in het veld maakt het allemaal wat makkelijker. Voor ik het weet draai ik de bocht naar links richting de laatste meters van de Glandon. Een tweetal Nederlandse meiden moedigt me hartstochtelijk aan: "Kom op Livestrong, je ziet er nog hardstikke fris uit, het gaat goed!"



Het Livestrong slaat op het shirt dat ik aan heb. In ditzelfde shirt heb ik 4 jaar geleden ook meegedaan. Dat shirt heb ik gekocht toen ik hoorde dat mijn vader kanker had, en nu, hier, zoveel jaar later schiet er, getriggerd door de aanmoediging van de dames, ineens van alles door me heen. Ik schiet helemaal vol, en met een dikke strot kom ik op de top. Ruud, die een meter of honderd voor me geklommen heeft, merkt niks en wijst me de weg naar de dichtsbijzijnde drankvoorziening. Na een beetje zenuwachtig gehannes zitten de bidons weer vol. Ik kijk op mijn klokje: 1 uur en 53 minuten. 2 minuten voor op het schema dat Ruud en ik gisteren hebben samengesteld, en dat ons naar 8.29 moet leiden. Lekker dus. We beginnen vlug aan de afdaling van de Glandon. Voorzichtig, want het is hier altijd een slagveld. De afdaling is niet eens zo geweldig moeilijk, maar elke jaar krijgen mensen het toch weer voor elkaar hier zichzelf en de organisatie een slechte dienst te bewijzen. Ook nu. Iemand van de organisatie loopt met een fiets met een totaal verwrongen voorwiel, en de eigenaar ligt in de ambulance. Een eind verderop is er ook iemand onderuit gegleden, maar die lijkt er met een paar schaafwonden vanaf te komen.

Ruud en ik beginnen om ons heen te kijken aan het eind van de afdaling. Volgende onderdeel van het plan is een groep te vinden en geen trap teveel te doen. Normaal zijn we allebei van het op kop rammen, maar vandaag slaan we een keer over. Tenminste ik. Ruud heb ik nog wel effe op kop gezien. In heb begin gaat het hard. De groep is groot, gaat hard, en mijn hartslag is de hele dag nog niet zo hoog geweest. Als de groep breekt daalt het tempo gelukkig. Ruud wil nog naar de voorste groep, maar ik bedank. Dat minuutje winst is mij de inspanning niet waard.

Voor mijn gevoel redelijk snel staan we aan de voet van de Telegraph. Water tanken hoeft niet, de bidons zitten nog redelijk vol. Een gelletje naar binnen, shirt openritsen en daar gaan we weer. De hartslag zit direct weer in dezelfde regionen als op de Glandon. Wel is het hier veel warmer. Ik fiets zoveel mogelijk links, in de schaduw van de bomen, maar er is erg veel verkeer, zowel omhoog als omlaag. Het zou verboden moeten worden, al die volgers. Met name onze zuiderburen maken zich er schuldig aan. Intussen blijf ik mijn ding doen, en dat gaat goed. Ruud is weer een eindje vooruit gereden, maar dat voordeel raakt hij bijna helemaal kwijt als hij even moet stoppen voor een rood verkeerslicht.... De Franse Slag qua organisatie zeg maar. Even later kom ik op de top, maar zie Ruud nergens. Ik kijk op mijn stopwatch: precies 4 uur. Dat is tien minuten langzamer dan gepland. Geen paniek, de klimmen naar de Galibier en de Alp zijn ruim ingeschat, dus er is wat ruimte weet ik. Desondanks, of eigenlijk juist daarom besluit ik door te rijden. Het is druk hierboven, ik kijk beneden in Valoir wel of het daar niet rustiger is. En inderdaad, bij het fonteintje waar het vier jaar geleden nog stervensdruk was staat nu maar één persoon. Ik draai rechts de weg af, zonder te kijken en jaag daarbij iemand die in mijn wiel zat de stuipen op het lijf. Sorry nog daarvoor! Terwijl ik water sta bij te vullen komt Ruud langs. Samen gaan we weer op stap. De bevoorrading laten we links liggen. Ik heb alles bij me wat ik nodig heb qua eten. Even verderop maak ik snel een sanitaire stop. Veel sneller dan verwacht haal ik daarna Ruud weer in. Ik denk dat hij op me gewacht heeft, zet me op kop, maar als ik even later onder mijn arm door naar achteren kijk zie ik niks. Om me heen begint hier en daar de sleet er aardig op te komen. Hier wordt al flink geleden.

Als ik bij Plan Lachat rechtsaf het bruggetje over fiets kan ik mooi de rij fietsers achter me bekijken. Ik zie in een flits dat Ruud niet zo heel ver achter me zit. Ik verteer de steile stukken goed, maar ook ik begin nu te merken dat ik al een uur of 5 op de fiets zit. Desalniettemin is mijn snelheid nog steeds prima in orde, en schuif ik nog steeds langzaam op in het veld. Van een geplande versnelling komt echter niets. De laatste paar kilometer gaan in de overlevingsmode, en ik ben blij als ik boven ben.



Even een klein beetje rust. Dus niet op de klok kijken, maar rustig drinken pakken, even van de fiets af om de rug te rechten, en dan weer verder. Ik kijk op de klok en constateer dat ik nog steeds 10 minuten achter lig op mijn schema. Er zijn nu nog twee etappes te gaan. De afdaling naar Bourg en dan de klim naar de Alp. Voor beiden heb ik anderhalf uur gepland. Naar de top van de Alp zal dat redelijk in de richting zitten en kan het misschien wat sneller, naar Bourg is gebaseerd op mijn tijd van 2006, toen ik 1 uur 25 nodig had voor dit stuk. Ook Ruud reed vorig jaar een vergelijkbare tijd. Er is dus nog steeds een mogelijkheid om goud te halen.

Net op het moment als ik vertrek komt Ruud boven. Hij wil eigenlijk even stoppen, maar ik gebaar dat hij mee moet komen. No time to loose! Ruud duikt in mijn wiel en samen dalen we af naar de Lautaret.



We doen voorzichtig, want ik merk dat ik moe ben en het wegdek is door het smeltwater en grind slecht begaanbaar. Vanaf de Lautaret gaat het gas er op , maar het lukt net niet om aan te sluiten bij een groepje voor ons. Dus maar met z´n tweeën verder. Er sluit hier en daar nog wat aan en er dwarrelt wat vanaf. De laatste paar kilometers afdaling gaan superhard. Er rijdt een motard voor onze groep, met z´n zwaailichten aan. Ik rijd voorop en kan fantastisch dalen door me op zijn achterlicht te richten. Als hij niet remt, hoef ik dat ook niet te doen. Gevolg is dat Ruud en ik met een paar honderd meter voorsprong beginnen aan de rechte weg naar Bourg. We gaan overeind zitten, rechten de rug en gooien nog maar eens een gelletje naar binnen. Als we op de rotonde rechtsaf draaien check ik de stopwatch 6:45. Dat houdt in dat we 1 uur en 45 minuten hebben voor de Alp. Ongelukken voorbehouden kan het Echte Mannen Goud ons nauwelijks meer ontgaan. We wensen elkaar succes en beginnen aan ons laatste kunststukje.

We zien ineens Gijs staan in de eerste bocht en ik concludeer dat het met hem niet ging vandaag. Hij roept ons toe dat Sjoerd slechts een half uurtje voor ons ligt. Zoals gevreesd is het warm op Alp d'Huez.maar  ik barst van de moraal, en mijn benen voelen nog geweldig. Ik rij dan ook meteen daarna weg van Ruud. Analyse achteraf laat zien dat ik de eerste 3 kilometer van de Alp meer watt trap dan op welke beklimming ook eerder die dag. Ik heb de zaak dus goed ingedeeld en ga hard omhoog. Echter, dan begint de warmte zijn tol te eisen. Ik heb nauwelijks nog drinken, en wat ik heb is lauw. Mijn snelheid begint terug te zakken, en ik krijg visioenen van het ploeteren onder ongeveer gelijke omstandigheden 4 jaar eerder. Nog steeds geen waterpunt in zicht en ik moet nu toch echt iets drinken. Ik zie een medefietser water tappen uit een bergstroom en besluit zijn voorbeeld te volgen. Ik klim op de put en kan net bij de stroom komen. Het koude water voelt zalig op mijn armen, en voor ik het weet sta ik min of meer onder de koude douche! Drijfnat stap ik uit de put, loos snel nog wat water en vervolg mijn weg. Ik heb nog geen Ruud gezien en ook daar put ik moed uit. Ik wil natuurlijk wel van 'm winnen vandaag!

De koude douche doet wonderen. Ik herwin mijn kracht en waar ik even daarvoor nog vreesde of ik de 8.29 uur wel zou halen, tel ik nu dat dat geen probleem meer moet zijn. Voor ik het weet passeer ik de fotografen in bocht 2 en dan ben je er bijna.


Met een euforisch gevoel begin ik aan het laatste stukje klimmen na bocht 1. Ik zie nog net Sjoerd en Gijs lachen als ik voorbij kom, en na een stukje vlak gaat voor de laatste keer over de mat.



De tijd is schrikbarend goed: 8 uur, 8 minuten en 13 seconden. Ik rol uit en de tranen springen in mijn ogen. Ik rij door tot de rotonde, draai een paar rondjes en keer terug richting Gijs en Sjoerd, om Ruud binnen te halen. Met een dikke keel vertel ik Sjoerd en Gijs wat, en dan is het wachten op Ruud. 6 minuten na mij komt hij voorbij, en ook voor hem geldt dat hij een fantastische tijd heeft gereden, waarvan ik zeker weet dat hij dat vantevoren niet had verwacht: 8 uur en 14 minuten.Met natte ogen worden er schouderkloppen uitgedeeld en gaan we effe zitten. Het wachten kan beginnen want Cor en Rini verwachten we voorlopig nog niet. We maken de eet- en drinkbonnen ridder en dalen dan af. Er wordt geploeterd en afgezien op die Alp, onvoorstelbaar. We zetten ons net voor de mat aan de voet neer in de schaduw. Ruim voor het sluiten van de deadline komt Rini voorbij. Ik voorzie hem van vers water en we geven hem tips, en hop daar gaat hij, nog steeds redelijk fris. Dan begint het wachten op Cor. Het lange wachten. Tot 18.15 uur heeft Cor de tijd om over de mat te gaan. Komt hij later dan houdt zijn Marmotte hier op. Het wordt 18.10, 18.15, 18.20, maar geen Cor. Uiteindelijk om 18.35 komt hij langs. Ondanks dat hij (te) laat is mag hij, als hij nog wil naar boven. Lang hoeft hij niet na te denken.Moedig begint ook hij aan de laatste etappe, en net als Rini volbrengt hij die.

Samenvattend kun je zeggen dat onze Marmotte voor het grootste gedeelte geslaagd was.Sjoerd deed er 7.42 uur over. Dat is snel, maar ik denk dat dat nog wel een stuk harder kan. Desalniettemin een superpresatie. Dat geldt ook voor Ruud. Vol bravoure kwam hij ons woensdag mededelen dat hij in topvorm was, en dat bleek wel te kloppen. Je PR met zo'n 40 minuten verbreken, dat is inderdaad topvorm. Rini heeft heel veel zelfvertrouwen opgedaan bij de 3 Ballons en zette dat om in een puike prestatie. Uitrijden was het doel, en zover ik kan beoordelen is dat nooit in gevaar geweest. Cor moest wat dieper in zijn reserves tasten om zijn doel te halen. Met een bewonderenswaardige verbetenheid tastte hij de grenzen van zijn fysieke kunnen af, om uiteindelijk ook zijn doel te halen. Gijs was de enige dissonant in het geheel. Hij was fysiek niet in orde en dat is het gewoonweg onmogelijk een Marmotte uit te rijden. Het valt te prijzen dat hij het probeerde, maar het was verstandig om de missie af te breken.

En ik? Ik ben erg trots op het uiteindelijke resultaat. Maar de grootste kick zit er misschien nog wel in dat alles samen kwam op het moment dat ik wilde dat het samen kwam. Maanden heb ik getraind. Niet in het wilde weg, maar met een gedachte. Het was niet altijd even makkelijk om tijd te vinden om te trainen. maar met behulp van Ans, Tom en Ties is dat toch gelukt. Zij hebben me alle ruimte gegeven om te doen wat ik graag wilde doen, en hebben mij daar ook nog eens enorm bij gesteund. Zonder hen was het niet gelukt.

En nu? Nu even gas terug, en dan begin ik over een weekje met de fysieke voorbereiding op de Tour for Life

3 opmerkingen:

nis zei

Prachtig verhaal (inclusief ook brok in mijn keel op momenten)! Chapeau voor deze topprestatie van jou en van alle DBA-boys! Op naar Tour for Life.

rinus zei

Mooi verhaal Erik, ik herken er veel van!! Ook het moment dat je over de streep rijdt en niet echt veel meer kan uitbrengen. Klasse!!

groeten Rinus

Anoniem zei

Frans.

Een mooi verhaal van een warme dag, ik wilde en zou onder de 8 uur rijden, tot de Glandon ging dit goed en als ik jou tijden zie zat ik daar ook steeds onder, maar wie te hard begint is vaak een looser, geldt ook voor mij, halverwege was de motor volkomen leeg en kwam ik met 1.30 over de laatste alp met 8.31.00 over de finisch, ik zie je met Tourforlife, team fietsenzondergrenzen.

Groet Frans